Auteurs: Laurie de Roover, Fleur Mank, Robert Bakker en Rense Brouwer
Afgelopen zomer gaven we een eerste blik op de te verwachten impact en effecten van het actieplan ‘duurzame groei financieren’, dat de Europese Commissie in 2018 publiceerde. We gingen kort in op de drie overkoepelende onderwerpen die op korte termijn relevant zijn binnen de financiële sector, namelijk:
In dit artikel zoomen we verder in op het eerstgenoemde onderdeel, de zogenaamde ‘disclosure’- of openbaarmakingsverplichting ³. Een gedeelte hiervan gaat namelijk al vanaf maart 2021 gelden 4 en houdt onder meer in dat financiële instellingen op verschillende niveaus transparant dienen te zijn over duurzaamheidsrisico’s. Een onderscheid kan gemaakt worden tussen de volgende vier typen van disclosure:
Op entiteitsniveau geldt dat een duurzaamheidsverklaring dient te worden gepubliceerd, waarin wordt aangegeven of duurzaamheidsrisico’s 5 meegenomen worden in beleggingsprocessen en of eventuele negatieve duurzaamheidseffecten wel of niet in overweging worden genomen bij het maken van beleggingsbeslissingen. Indien deze inderdaad worden meegewogen, dan moet in de duurzaamheidsverklaring de negatieve duurzaamheidsimpact aangegeven worden. Worden negatieve duurzaamheidseffecten niet meegenomen, dan moet in de verklaring toegelicht worden waarom hiervoor gekozen wordt en, indien van toepassing, op welke termijn dit wel het geval zal zijn.
De Verordening schrijft tevens voor dat in het beloningsbeleid van de organisatie moet worden opgenomen hoe dat beleid spoort met de integratie van duurzaamheidsrisico’s (art. 5).
Ook op productniveau gelden straks, vanaf 10 maart 2021, transparantievereisten op het gebied van duurzaamheid. Wordt een duurzaam product aangeboden, dan gelden aanvullende vereisten. Een onderscheid wordt gemaakt tussen financiële producten met duurzame kenmerken (een product dat ecologische of sociale kenmerken promoot) en financiële producten die duurzame beleggingen tot doelstelling hebben. In het laatste geval gelden nog strengere vereisten.
De SFDR onderscheidt twee categorieën van duurzame financiële producten:
Het verschil tussen de twee genoemde productcategorieën zit in het ambitieniveau. Het ambitieniveau van een ‘artikel 9-product’ ligt hoger en brengt dan ook strengere eisen voor wat betreft de informatieverstrekking met zich mee. Financiële instellingen zullen een inventarisatie moeten uitvoeren, waarbij het assortiment aan producten wordt ingedeeld in de verschillende categorieën. Naast de genoemde categorieën is er ook de mogelijkheid om een product niet of niet meer als duurzaam in de markt te zetten. De categorie van deze ‘artikel 7-producten’ wordt daarmee ‘grijs’ of neutraal genoemd.
Voor elk financieel product zal bovendien – uiterlijk op 30 december 2022 – duurzaamheidsinformatie, zoals ESG-kenmerken, gepubliceerd moeten worden op de eigen website. Deze informatie moet duidelijk, bondig en begrijpelijk zijn en daarnaast "op een nauwkeurige, eerlijke, duidelijke, niet-misleidende, eenvoudige en beknopte wijze en op een prominente, gemakkelijk toegankelijke plaats van de website bekendgemaakt’ 6 worden".
De AFM 7 publiceerde afgelopen juni haar position paper met betrekking tot duurzaamheid. Duidelijk is dat duurzaamheidsaspecten in de bedrijfsvoering, productontwikkeling, risicomanagement en investeringsbeslissingen van financiële instellingen dienen te worden meegewogen en dat hierover transparantie dient te bestaan. Betrouwbare en toegankelijke informatie moet beschikbaar zijn en de consument en andere afnemers dienen adequaat geïnformeerd en geadviseerd te worden over duurzaamheidsfactoren ter ondersteuning van het maken van passende financiële beslissingen. Dat er veel moet gebeuren om aan de nieuwe regelgeving te voldoen is duidelijk, maar wàt exact is nog niet helemaal helder.
Dat een aantal onderdelen al op korte termijn ingeregeld moeten zijn, zonder dat de details bekend zijn, vormt een grote uitdaging. Verzoeken voor (uitbreiding van) zogenaamde Regulatory Technical Standards (RTS) zijn ingediend, omdat er in de markt een sterke behoefte is aan meer guidance. Een en ander wordt verder uitgewerkt, maar dit zal niet vóór de eerste deadlines (10 maart 2021) afgerond zijn. Dit betekent dat financiële ondernemingen in scope uiterlijk op 10 maart 2021 op best effort basis moeten voldoen aan de algemene beginselen inzake informatieverstrekking, zoals neergelegd in de richtlijn. Dit heeft de Europese Commissie onlangs bevestigd in een brief aan de European Banking Authority. Zodra de RTS definitief zijn – waarschijnlijk niet eerder dan 1 januari 2022 – zal een en ander dan geactualiseerd en verder uitgewerkt moeten worden waar nodig.
Bovendien raakt de SFDR ook veel andere regelgeving: Om ESG-factoren te integreren en transparantie wat betreft de integratie van duurzaamheidsrisico’s te waarborgen, heeft de Europese Commissie in juni zes wetsvoorstellen gepubliceerd die wijzigingen aanbrengen in de volgende richtlijnen: MiFID II, UCITS, AIFMD en de IDD 8. Deze moeten nog worden aangenomen, maar benadrukken wel de enorme impact van de nieuwe duurzaamheidsregelgeving. ESMA, EBA en EIOPA 9 werken momenteel e.e.a. uit.
Tenslotte is veel data nodig om de impact van een financieel product op duurzaamheidsdoelen te (kunnen) meten. Om uitspraken te kunnen doen over duurzaamheidskwalificaties van een product, dient (de grootte van) de bijdrage daarvan op het gebied van duurzaamheid bekend te zijn. Daarnaast is van belang of er niet (mogelijk) afbreuk 10 wordt gedaan aan één of meerdere andere duurzaamheidsfactoren. Deze informatie is niet in alle gevallen beschikbaar. Er gaan dan ook stemmen op voor een gecentraliseerd register voor ESG-gegevens. Daarnaast wordt gewerkt aan een herziening van de Richtlijn inzake Niet-Financiële Rapportage (NFRD). De AFM heeft gepleit voor onder meer de volgende mogelijke aanpassingen daarin: 1) uitbreiding van het toepassingsbereik van de richtlijn, waardoor een grotere groep organisaties onder de verplichting een niet-financiële verklaring te publiceren zou vallen; en 2) een grotere standaardisering als het gaat om informatieverstrekking op het gebied van duurzaamheid. Ook genoemde initiatieven zullen echter niet tijdig afgerond zijn om mee te kunnen nemen in de voorbereidingen op de verplichtingen die volgen uit de SFDR.
1 ESG factoren: ecologische, sociale en governance factoren.
² Greenwashing: wanneer bedrijven of organisaties zich groener/duurzamer voordoen dan ze zijn.
³ Deze volgt uit Verordening (EU) 2019/2088 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector, de zgn. ‘Informatieverschaffingsverordening’ of ‘SFDR’ (Sustainable Finance Disclosure Regulation).
4 De SFDR treedt op 10 maart 2021 in werking.
5 Onder de definitie van ‘duurzaamheidsrisico’ verstaat de Europese Commissie het volgende: “Een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch, sociaal over governance-gebied, die, indien deze zich voordoet, een wezenlijk negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken.” Het gaat dus niet puur om klimaat- of milieugerelateerde risico’s, maar ook over risico’s als corruptie, schending van mensenrechten e.d. - alle zogenaamde ‘ESG-factoren’ (environmental, social en governance) worden hierin meegenomen.
6 Art. 10, lid 1 SFDR.
7 Visie AFM op duurzaamheid, zie https://www.afm.nl/nl-nl/professionals/onderwerpen/duurzaamheid.
8 Markets in Financial Instruments Directive II. Undertakings for the Collective Investment in Transferable Securities Directive IV, Alternative Investment Fund Managers Directive en de Insurance Distribution Directive.
9 European Securities and Markets Authority, European Banking Authority en European Insurance and Occupational Pensions Authority.
10 Het Do No Significant Harm-principe (DNSH-principe): Om een economische activiteit als duurzaam te mogen classificeren, moet deze niet alleen bijdragen aan ten minste één van de Europese milieudoelstellingen; het is ook van belang dat de activiteit niet (mogelijk) aanzienlijke schade berokkent ten aanzien van (één van) de andere doelstellingen.
Met een team van enthousiaste en professionele collega’s bieden wij oplossingen op het gebied van verandermanagement, business analyses en business implementatie bij voornamelijk banken. Eens sparren over uitdagingen en mogelijke oplossingen op o.a. het gebied van verduurzaming van de financiële sector? Neem dan contact op met Robert Bakker (robert.bakker@novisource.nl) of Fleur Mank (fleur.mank@novisource.nl).