Het kopen van een huis is financieel gezien de grootste stap die de meeste mensen in hun leven zetten. Niet zelden gaat de koop van zo’n huis gepaard met een huwelijk of een andere samenlevingsvorm. In de romantische beginperiode voelt het niet goed om de vraag “Wat gebeurt er nu als we gaan scheiden?” te stellen en daarom gebeurt dat vaak niet. Veel huwelijken werden in het verleden gesloten in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen, de standaard huwelijksvorm wanneer je zelf geen keuze maakt voor bijvoorbeeld trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Sinds 1 januari 2018 geldt echter dat de standaard huwelijksvorm de beperkte gemeenschap van goederen wordt. Trouwen op de “oude” manier, zoals volledige gemeenschap van goederen en trouwen op huwelijkse voorwaarden is nog wel mogelijk, maar daar moet nu een bewuste keuze voor worden gemaakt. Met deze nieuwe wet ontstaan situaties waar zowel hypotheekbanken als huizenkopers over na moeten denken.
Uitgangspunt is dat goederen en schulden die je in de huwelijkse periode krijgt gemeenschappelijk zijn met voor elke huwelijkspartner een gelijk deel. Dit is gelijk aan vroeger. Wat echter wel veranderd is, is dat erfenissen en schenkingen aan een van beiden hierbuiten vallen. Privéschulden en goederen van voor het huwelijk blijven bij de eigenaar. Dat lijkt eenvoudig, maar er kunnen addertjes onder het gras zitten.
De belangrijkste valkuilen zitten in de zaken die gemeenschappelijk zijn. Ongeacht de verhouding van de bijdrage van de beide echtgenoten voordat het huwelijk was gesloten, vallen gemeenschappelijke zaken, zoals een huis in de gemeenschappelijke boedel voor elk 50%. Als de eigendomsverhouding van bijvoorbeeld de eigen woning voor het huwelijk een verdeling van 80%-20% had, dan verandert dit na het huwelijk onmiddellijk naar 50%-50% en heeft de ene echtgenoot de andere (ongewild) gesponsord. Ook als voor het huwelijk de ene partner een vordering op de ander had ten behoeve van het huis, dan valt die vordering na het huwelijk in de gemeenschappelijke boedel en wordt deze effectief gehalveerd.
Goederen die voor de huwelijksdatum in het bezit zijn van één van de partners vallen niet in de boedel. Echter moet bij een onverhoopte echtscheiding het voorhuwelijkse eigendom wel bewezen kunnen worden. In al deze gevallen is het nodig om huwelijkse voorwaarden op te stellen om het voorhuwelijkse bezit zwart op wit vast te leggen en de eigendomsverhoudingen te bepalen, terwijl de gedeeltelijke gemeenschap van goederen nu juist bedoeld was om te voorkomen dat dit nodig is. Ook is er een registratie nodig van het voorhuwelijkse bezit om voorbereid te zijn op een eventuele scheiding later. Voor romantisch ingestelde koppels is zo’n calculatie natuurlijk een domper op de roze wolk. Vreemd genoeg blijkt deze wetgeving, die bedoeld was om stellen die geen huwelijkse voorwaarden willen opstellen tegemoet te komen, zo uit te pakken dat er juist wèl in veel gevallen huwelijkse voorwaarden nodig zullen zijn.
Ook voor de hypotheekverstrekker betekent dit iets. Het is mogelijk om een “Execution only” hypotheek af te sluiten waarbij een aspirant hypotheekgever door middel van een kennis en ervaringstoets laat zien dat zij begrijpen wat de risico’s zijn van hypotheken en geen advies nodig hebben en daarom de advieskosten niet hoeven te betalen. Bij het afsluiten van een hypotheek voor starters zijn ook hypotheekvormen als de lineaire en annuïtaire hypotheek door de introductie van de gedeeltelijke gemeenschap van goederen niet langer eenvoudig voor stellen met een huwelijkswens. Daarom is een goede voorlichting nodig door de hypotheekadviseur of notaris. De kennis en ervaring toets zal ook de risico’s bij echtscheiding moeten benoemen en ook de adviseur zal deze risico’s moeten kennen.
Met een team van enthousiaste collega’s bieden wij oplossingen op het gebied van Change Management bij banken, verzekeraars en vermogensbeheerders. Heeft uw organisatie hulp of advies nodig op het gebied van hypotheken? Neem dan contact op met Didiér Adams via didier.adams@novisource.nl of 06-86810176.